Onderwerpen

1. Ligging

2. Geomorfologie

3. Grondsoort en bodem

4. Diverse kaarten van het terrein.

1. Ligging

Het terrein ligt tussen de rijksweg N325 lopend van Nijmegen via Beek naar de grens met Duitsland en het afwateringskanaal Het Meer, ook wel ’t Meertje genoemd. De rijksweg loopt aan de voet van de stuwwal Nijmegen – Kleef. Het gebied is gelegen in de Amersfoortse coördinaten X-190400 –190600/ Y-427800 –428100.

Het terrein, ongeveer 27,3 hectare groot, bestaat uit een aantal aaneen gesloten weilanden. Door het terrein lopen twee beken die water vanuit de zuidelijk gelegen stuwwal naar Het Meer afvoeren.

Het gehele natuurgebied is ’t Zwanenbroekje genoemd naar het eerste weiland dat in 1992 werd verworven. Echter van oudsher worden de verschillende weiland in de Ooijpolder met veldnamen aangeduid. Deze namen zijn in de gehele Ooij aan de toegangshekken van de weiden te zien. Zo is na de eerste weide het gebied geleidelijk uitgebreid met een aantal weiden met elk een eigen naam. Vanuit het meest westelijke deel komen we in oostelijke richting gaand dan de volgende weilanden tegen: Geerhoekje, Zwanenbroekje waardoor de westelijke beek stroomt, Haverkamp, Eerste Hoge Wei, Tweede Hoge Wei, Achterse Aarland en Grote Kopsekamp. Dan stuiten we op de oostelijke beek en het wandelpad door het terrein naar het voetgangerspontje over Het Meer. Oostelijk hiervan liggen de terreinen Voorste Aarland met Eerste en Tweede Langkamp, daarnaast liggen de meest oostelijke terreinen te weten de 5e, 4e , 3e en 2e Spraeheuvel. Alleen de 5e Spraeheuvel behoort tot het natuurontwikkelingsproject.

2. Geomorfologie

2.1 Het uiterlijk van het terrein

Een groot deel van het terrein is weiland. Een deel ervan wordt begraasd door vijf tot zeven exemplaren van het runderras Rode Geuzen. Een ander deel van het terrein wordt begraasd door schapen.

Het gebied is een rivierkomgrondgebied. Grote delen ervan staan in herfst en winter onder 5 tot 10 cm water. In het gebied bevinden zich een aantal verschillende landschapselementen.  Dit zijn:

moerassen met geleidelijk aflopende oevers en rietstroken  Deze moerassen zijn in december 2008 gegraven. Zij liggen tegen het Meer aan in het noordelijke deel van de terreinen ten oosten van de Haverkamp. Een deel van het materiaal van de afgraving is gebruikt om enkele verhogingen van 1,5 –  2 meter hoogten aan te leggen.

weilanden: vooral in het midden en de zuidelijke delen van de terreinen

sloten en laagten. Een aantal noord-zuid lopende sloten zijn verbreed, waardoor een natuurvriendelijke oever is ontstaan met een moerasvegetatie. Daarnaast lopen een aantal sloten oost-west door de terreinen. Van oudsher vormden deze sloten in de meeste gevallen de afscheiding tussen de verschillende weilanden waaruit gehele gebied is gevormd.

-poelen. Gelegen in de terreinen Geerhoekje, Zwanenbroekje en Haverkamp. Deze zijn in 1995 gegraven. Eén van de poelen in het weiland ’t Zwanenbroekje is in november 2009 aangelegd speciaal voor educatieve doeleinden; de oever ervan is in november 2010 opnieuw geëgaliseerd.

-verhogingen van 1,5 tot 2 meter hoog van verschillende grootten, te weten 2 bij 2 meter tot ongeveer 50 bij 5 meter . Het materiaal is afkomstig van de uitgegraven poelen en moerassen.

drie takkenrillen, twee noord-zuid en één oost-west georiënteerd. Deze zijn geleidelijk gevormd uit het snoeihout van de struwelen en bomen van het gebied.

In het terrein zijn naast de weidegebieden de volgende vegetatietypen te vinden:

moeras- en oevervegetaties: in de noordelijke gebieden nabij Het Meer

-rietvelden: vooral in de noordelijke gebieden nabij Het Meer en langs de sloten;

struwelen. Een struweel in het zuidelijke deel vooral bestaande uit meidoorns en wilgen. Twee noord-zuid lopende struwelen onder andere bestaande uit twee tot drie meter hoge meidoorns, rode kornoeljes en sleedoorns.

een haag, ongeveer 1 meter hoog van in elkaar gevlochten meidoorns en verschillende solitair staande bomen hoger dan 4 meter..

2.2. informatie van de geomorfologische kaart van Nederland, nr. 40 Arnhem

Het gebied bevat de volgende vormeenheden; zie het kaartje hierna onder d.

a. 2R11 : geul van meanderend afwateringstelsel. Dit is gelegen in de noordelijke delen, tegen of langs het Meer; het betreft ongeveer 1/10e deel van het terreinoppervlak

b. 3K25: rivieroeverwal; gelegen vanaf 2R11 tot ongeveer het midden van de gebieden:

c. 2M22: rivierkom en oeverwalachtige vlakte. Dit ligt in de meest zuidelijke gebieden.

3. Grondsoort en bodem 

3.1. Grondsoort.
De grondsoort in ’t Zwanenbroekje bestaat uit zware tot zeer zware klei, lutumpercentage groter dan 50%.

(onderzoek uitgevoerd door Leeman 2010)

3.2. Bodem

Het bodemprofiel is een poldervaaggrond o.a. op basis van klei, roestvlekken en AC profiel

In de zone langs Het Meer moet volgens de bodemkaart onder de klei nog een veenlaag zitten maar daar is nog geen onderzoek naar gedaan.

Met de Hellige pH meter is een pH van 5 gemeten en met 1M HCl kon geen kalk worden aangetoond.

(onderzoek uitgevoerd door Leeman 2010)

3.3 informatie van de bodemkaart, nr. 40 west Arnhem

De volgende bodemprofielen zijn in het gebied waargenomen; zie het kaartje hierna onder d.

a. Rv01C ll (drechtvaaggrond, profielverloop 1, kalkloos; grondwatertrap II). Gelegen tegen of langs Het Meer, betreffende de noordelijke delen van het terrein.

b. Rn44C III(kalkloze poldervaaggrond, zware klei, profiel 4, grondwatertrap III). Gelegen in het westelijke deel van het terrein, te weten Geerhoekje, Zwanenbroekje en de zuidelijke delen van Haverkamp en 1e Hoge wei:

c. Rn47c lll (kalkloze poldervaaggrond, profielverloop 3, of 3 en 4, grondwatertrap III). Gelegen in de zuidelijke delen van de Tweede Hoge wei en de andere oosterlijke gebieden van het terrein.

Betekenis van de grondwatertrappen. II: GHG – en GLG 50 – 80 cm; III: GHG <40 cm  en GLG 80 – 120 cm.  (GHG: gemiddelde hoogste grondwaterstand; GLG: gemiddelde laagste grondwaterstand).

 

d. Diverse kaarten van het terrein.

(dubbelklik op een kaart om deze te vergroten)

 

Overzicht van het gehele gebied.

Google Earth

Het terrein voor 2008;

de rietmoerassen waren toen nog niet aangelegd

 

 

 

 

 

.

Rechts een deel van de topografische kaart 40D.

’t Zwanenbroekje ligt tussen de Rijksweg N325  en ’t Meertje. Westelijk vanaf de hoek waar ’t Meertje de Rijksweg nadert en oostelijk tot aan de denkbeeldige lijn van de Rijksweg naar Persingen.

Amersfoortse coördinaten X-190400 –190600/ Y-427800 –428100

 

 

Schetskaart met de veldnamen

 

 

 

 

 

 

 

 

Veldnamen van de weiden

 

 

 

 

 

 

 

Geomorfologische kaart;

voor index zie de tekst hierboven

 

 

 

 

 

 

 

 

bodemkaart;

voor index zie de tekst hierboven